Geloof – 1

De komende weken kijken we naar het zevende onderdeel van de vrucht van de Geest: geloof. Weet je nog wat de eerste zes onderdelen waren?

Wat heb je voornamelijk geleerd met de Bijbelstudies?

Alle antwoorden zijn goed, natuurlijk, maar ik hoop dat je ook hebt opgeschreven dat je hebt geleerd dat dit allemaal eigenschappen van God Zelf zijn, die Hij in ons wil ontwikkelen. En dat deze eigenschappen als God Zelf ze heeft iets heel anders betekenen dan wat we in de wereld verstaan onder ‘liefde’, ‘vreugde’, etc.

Kun je zeggen wat liefde betekent als eigenschap van God?

En vreugde?

En vrede?

En geduld?

En vriendelijkheid?

En goedheid?

En nu gaan we dan kijken naar geloof als eigenschap van God Zelf. Kun je je dat voorstellen? Dat God in ons het geloof wil ontwikkelen dat Hijzelf heeft? Gods eigen geloof? Het geloof van Jezus? Een groter geloof kun je je toch niet voorstellen? Dat is geen geloof meer, dat is volstrekte zekerheid, zou je zeggen! Geloof betekent zowel in OT als in NT: vaste overtuiging, zeker weten (zó dat het vertrouwen geeft). Het ‘geloof’ van God en Jezus betekent in dit licht dat er bij Hem geen spoor van twijfel is, over wie Hij is en wat Hij zegt. Dat komt tot uiting in de Naam: Ik ben die Ik ben. En Jezus heeft Zijn Vader geloofd als geen ander. Hij geloofde het meest onmogelijke: dat God Hem door het oordeel heen zou redden en opwekken.

In Hebreeën 11:1 staat een mooie definitie van wat geloof is. Wat staat er?

In deze tekst, en ook in Galaten 5:22, 23 staat het Griekse woord pistis voor ‘geloof’. Dit is een bijzonder woord, dat niet alleen ‘geloof’ betekent, maar ook ‘vertrouwen’.

Geloof en vertrouwen is een manier van leven, iets dat de Geest in ons wil laten groeien. Daar zit een geweldige belofte aan vast. Lees maar Mattheüs 17:14-21.

Wie komt er bij de Heer Jezus? (vers 14, 15)

Wie kunnen de jongen niet genezen? (vers 16)

Jezus noemt het geslacht hier ‘ongelovig’ (vers 17); in het Grieks staat a-pistos, dat is het tegenovergestelde van pistos, gelovig. En in vers 20 zegt hij ‘vanwege jullie oligopistia’, dat betekent letterlijk ‘weinig geloof’; dit woord komt buiten het Nieuwe Testament niet voor. Maar Jezus zegt ook iets bemoedigends in vers 20: Hoe groot moet je geloof zijn om een berg te kunnen verplaatsen?

Dat is dus helemaal niet zo heel groot!

Volgende week gaan we kijken wat geloven eigenlijk betekent in de Bijbel.

Leer deze week deze Bijbeltekst uit je hoofd: Hebreeën 11:1

Bid elke dag: Jezus, Uw geloof in mij.

Lees deze maand hoofdstuk 8, Geloof, uit Vrucht van de Geest, probeer de praktische handreikingen toe te passen en beantwoord de verwerkingsvragen. Schrijf wat je zou willen delen over deze week met je kring op onder “notities” bij dit hoofdstuk. Veel zegen!

Previous PostNext Post

Related Posts